Nieuwe Delftse Waterloop
Het Van Leeuwenhoekpark is straks een 600 m lang park, met een oppervlakte van 2.5 ha, waar klimaatadaptie en leefomgeving samenkomen. Het is gebouwd op de spoortunnel en loopt van noord naar zuid, beginnend bij het busstation naast het station tot aan het einde van de spoortunnel. Een deel van het park is gereed. Het tweede deel wacht op de afronding in 2025 van “De Hooghe Delft”, een 41 m hoog gebouw met kantoren en het filmhuis Lumen. Je kan vanaf 2028 in het derde deel van park ten zuiden van de Ireneboulevard rondlopen. Het park wordt multifunctioneel, je kan er zitten, spelen, een kop koffiedrinken, enz.
Het park moet ook erg groen worden. Omdat het direct op de spoortunnel is gebouwd is er niet veel ruimte voor waterberging. Daarom worden reservoirs naast het park gebouwd waar regenwater wordt opgeslagen, zoals in een kelder onder de Houttuinen, naast de Westsingelgracht. Als het erg droog wordt, kan dat water weer naar het part worden teruggevoerd. Dit gebeurt met pompen.
Het vele groen in het park brengt verkoeling. Verdiept in het groen ligt de centrale as, “de loper”, waar je kan wandelen, skaten, enz. De hellingen langs de loper zorgen voor een verkoelend briesje tijdens warme dagen. Ook de waterpartij in het park, vlak naast het busstation, brengt verkoeling. Berekeningen tonen aan dat de temperatuur rondom het busstation hiermee zo’n 2 – 5oC lager wordt. De Technische Universiteit Delft heeft meetinstrumenten geplaats om het effect van al deze maatregelen te meten. Het Van Leeuwenhoekpark is daarmee een van de klimaatlabs van de TU geworden. Zo’n laboratorium staat bekend als een “Living Lab” of “Field Lab”, waar onderzoek wordt uitgevoerd tijdens het dagelijks gebruik van het park en naar de invloed van dat gebruik, net zoals de Green Village. Hier, hier en hier lees je meer over het Van Leeuwenhoekpark.
Het park is vernoemd naar Antoni van Leeuwenhoek (1632 – 1723), een van de grootste wetenschappers uit de Delftse geschiedenis. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de cel- en microbiologie. Hij gebruikte een microscoop die wel 270 keer kon vergroten, terwijl anderen in Europa niet verder kwamen dan een factor 40. Hij zag daarom als eerste details ter grootte van 1 µm (één duizendste millimeter) in cellen, beestjes, planten, etc. Sinds 1674 publiceerde Van Leeuwenhoek zijn bevindingen in brieven aan de Royal Society in Londen, en werd in 1680 lid, een bijzondere eer voor een buitenlander. Hier lees je meer over het leven en werk van Antoni van Leeuwenhoek.